donderdag 22 mei 2014

02-11-1983 woensdag,

De hele kamer was gehuld in schemer.
Links, rechts en achter mij waren nissen,
ze waren smal en hoog en tot de nok toe
gevuld met voorwerpen, kunstvoorwerpen.
Ook in de rest van de kamer stonden
kunstvoorwerpen. De nis aan de linkerkant
kreeg de meeste aandacht van mij. Ik liep
er langs en betrad een andere ruimte en
liep tussen de vele voorwerpen. Ik stal
een schilderij en nam het mee naar een
andere plaats. IK herinner mij dat ik buiten
kwam. Maar ik bleef in de oorspronkelijke
kamer. Ik richtte mijn blik naar een portret
boven een van de nissen. Ik moet zeggen
ik was me bewust van de voorwerpen maar
kon ze niet onderscheiden. kijkende in
het duister naar het portret merkte ik
licht voor mij in de kamer. ik keek naar
het licht, daar was geen nis. Ik ontwaarde
een silhouet. Was het Ernst Vijlbrief? De
silhouet wees naar een persoon naast mij.
Ik wende me tot de persoon en vroeg hem
tekst en uitleg over de kunstvoorwerpen.
Het besprak verschillende van hen. Wanneer
hij ze besprak lichtte ze op uit het duister.
Na de bespreking vervaagden ze weer.
Toen ging ik met Lee Eun Young naar een
andere etage. Ik geloof dat ze al de tijd bij
mij is geweest. Behalve tijdens het gesprek
met de onbekende persoon.

Geen opmerkingen: